Huis nummer drie

Gepubliceerd op 6 juni 2024 om 12:54

Deze nacht word ik een paar keer wakker van de harde regen op het dak van de camper. De komende dagen is er slecht weer voorspeld en eigenlijk zijn we daar best blij mee. We vinden Noorwegen namelijk op zijn mooist als het net geregend heeft. 

 

We rijden vandaag richting Flatdal, want daar staat nog een huis die we graag willen bekijken. Een kleine, oude boerderij met een groot stuk bos erbij. 

 

We plannen de route en gaan op pad. Zodra we wegrijden van onze overnachtingsplek zien we gelijk het verfrissende effect van een flinke regenbui. De rotsen zijn nat en donker, de jonge groene blaadjes glinsteren in het licht en de mosjes op de rotsen zijn van dor en dof getransformeerd naar zacht en levendig. Het water in de beekjes stroomt weer en overal komen spontaan kleine watervalletjes tussen de rotsen vandaan. Ik hou ervan! 

De omgeving wordt mooier en mooier. Het ene moment rijden we slingerend door de bossen, dan hoog in de bergen door een skigebied. De Minneåsen, zo heet de weg richting Hurdal, is smal. Hij slingert tussen de bossen door en de regen zorgt voor damp tussen de bomen. Het is sprookjesachtig mooi en geeft een mystiek gevoel! Weg 180 richting Skrukkelia leidt ons door een skigebied.

Wanneer we na het avondeten bij Flatdal aankomen, weet ik niet wat ik zie. De omgeving is er magisch! We vinden het weggetje richting de boerderij en besluiten de aangegeven 350 meter naar boven te lopen. Maar goed ook, want het wordt smaller en smaller. Het huis is al een tijdje niet meer bewoond en dat is te zien aan de oprijlaan. Ik loop, betoverd door de prachtige omgeving, in een soort trance naar boven. Wanneer we het terrein van de boerderij op lopen word ik ietwat ruw weer met twee voeten op de grond gezet. Het huis is, op zijn zachtst gezegd, een spookachtige bouwval. We kijken zo door de kieren tussen de, op de foto's, statig ogende voordeur heen. Deze deur blijkt precies hoog genoeg te zijn voor mij, maar als Steef zou vergeten te bukken, dan loopt hij zo met zijn gebit tegen de bovenbalk van de deurpost aan. 

 

Het terrein loopt vlak voor het huis steil naar beneden en we durven door het hoge onkruid niet om het huis te lopen, bang dat we naar beneden zullen glijden.

 

De staat van de schuur is waar mogelijk nog erger dan het huis. Hij is gebouwd op een fragiel stapeltje stenen, het hout is verrot en de toegangsdeur is onbereikbaar. Het bijbehorende bos van zes hectare is zó dicht begroeid, dat er onmogelijk doorheen te komen is op dit moment.

 

Kortom, deze plek is prachtig, maar daar is ook alles mee gezegd...😂

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.